Dag allemaal!
De stressperiode is terug aangebroken. Het worden drie weken van intensief blokken. Hierbij zal ik wellicht nog weinig tijd hebben om nog een blogbericht te plaatsen. Maar wanneer ik een pauze neem zal ik proberen om jullie op de hoogte te houden van hoe alles verloopt tijdens het leren.
Hopelijk verloopt alles volgens plan ;)
Lieve groeten
Elodie
Zet een komma
1. tussen twee vervoegde werkwoorden:
- Zodra het weer het toelaat, spitten we de tuin om.
2. tussen een lange rompzin en een bijzin:
- De minister heeft na overleg met zijn medewerkers ontslag genomen, omdat dat voor alle betrokkenen het beste was.
- Ik zeg dat omdat ik het meen.
3. tussen de leden van een opsomming:
- Ze brachten koffie, thee, melk, suiker en koekjes mee.
4. als in de uitspraak een pauze en toonverschil te horen is:
- De kiwi, een vrucht die oorspronkelijk uit Nieuw-Zeeland komt, wordt ook bij ons veel gegeten.
- Laat u ons alstublieft weten of, en zo ja wanneer, u komt.
- Daarom, beste lezers, moet hier een komma staan.
5. als de lezer zonder komma op het verkeerde been gezet zou worden:
- We hebben het over de klank van een muziekinstrument, en van presentatoren verwacht ik dat hun klinkers een heldere klank hebben.
Hoofdletters
Dit is mijn grootste twijfelgeval altijd. Deze website heb ik vaak gebruikt tijdens het schrijven van taken en dergelijke.
1. eerste gehele woord van de zin
2. persoonsnamen: Klaas, Hans Janssen. Bij persoonsnamen krijgt het tussenvoegsel (van, van der, in ‘t) een hoofdletter als er geen naam of voorletter aan voorafgaat. Dus: Jan, Sint-Maarten, Jan de Vries, de heer De Vries, de heer en mevrouw Jansen-Van Dijk. In Vlaanderen behouden tussenvoegsels van persoonsnamen altijd hun originele schrijfwijze: mevrouw van der Velde, mevrouw J. van der Velde, Jan Vanden Broucke
3. eigennamen van onder meer (unieke) gebouwen, vervoermiddelen, organen, instellingen, verenigingen, producten, diensten en bedrijven, ook in samenstellingen en afleidingen: Westertoren, Statendam, Europese Unie, Hoge Raad, het Rijk, Nederlandse Taalunie, Comité Oranjefeesten, Essotankstation
4. aardrijkskundige namen (van plaatsen, streken, landen, bergen, rivieren, woestijnen, hemellichamen) en hun samenstellingen en afleidingen: Brussel, Leidseplein, Zuid-Afrika, de Poolster, Gentenaar, New Yorker, Noordpoolexpeditie, Randstedelijk
5. namen van talen en dialecten, ook in samenstellingen en afleidingen:Nederlands, de Nederlandse taal, Nederlandkunde, Franstalig, Zuid-Afrikaans, Brabants, Indo-Germaans, Swahili
6. namen van specifieke bevolkingsgroepen en hun samenstellingen en afleidingen: Noor, Amerikaan, Palestijn, Jood, Inca, Azteek, Eskimo, Belgenmop, anti-Joods, Mayacultuur, Vikingschip
7. namen van officiële feestdagen en historische gebeurtenissen, tenzij de naam onderdeel uitmaakt van een samenstelling of afleiding: Pasen (maar: paasnacht, paasmaandag), Hemelvaart (maar: hemelvaartsdag) de Tweede Wereldoorlog, oudejaarsavond
8. onderscheidingen, evenementen, boektitels en heilige boeken, ook in samenstellingen en afleidingen: de Nobelprijs, de Ilias, Daviscupfinale, Bijbellezing, Koranvertaling. Namen van krant, tijdschriften, handelszaken en organisaties schrijven we op de manier die de auteur of oprichter zelf heeft gekozen: De Standaard, de Volkskrant, dEUS.
9. personen en zaken die als heilig worden beschouwd, ook in samenstellingen: het Opperwezen, Allah, het Koninkrijk Gods, H. Antonius, Mariabeeld
10. bij een aanspreking met bijzonder respect: Majesteit, Heilige Vader
Lidwoorden
De of het?
Regel nummer 1 : alle woorden met een verkleinwoord zijn het-woorden.
Verkleinwoorden eindigen altijd op –je. Dus: het meisje, het bloempje, het appeltje,
Regel nummer 2: woorden die eindigen isme zijn het-woorden.
Het nationalisme, het maoisme, het kubisme, het toerisme, het mechanisme, het magnetisme
Regel nummer 3: woorden eindigend op –um zijn het-woorden.
Het lustrum, het antibioticum, het omniversum, het aquarium
Regel nummer 4: is het woord een samengesteld woord, let dan op het lidwoord dat bij het laatste stukje hoort.
Wat het begin van het woord ook is, alle woorden die op laatste stukje eindigen hebben hetzelfde lidwoord.
Voorbeeld: het huis, dus ook het huurhuis, koophuis, spookhuis, buurthuis, behaardenhuis
Voorbeeld: het boek, dus ook het studieboek, bibliotheekboek, plaatjesboek, pocketboek
Regel nummer 5: woorden eindigend op -ment zijn het-woorden.
Het amusement, het temperament, het management, het abonnement, het monument, het instrument
U of uw?
Vertrekt u vandaag nog?
Waar zijn uw koffers?
"Uw" of "u", in het gesproken Nederlands hoor je bijna geen verschil. In het geschreven Nederlands is het onderscheid wèl belangrijk en moet je nauwkeurig de spellingsregels toepassen.
Je schrijft een ‘w’ als je ‘u’ combineert met een substantief.
Het substantief staat direct achter ‘uw’.
Je schrijft dus een ‘w’ als je ‘u’ possessief gebruikt.
Waar zijn uw koffers?
"Uw" of "u", in het gesproken Nederlands hoor je bijna geen verschil. In het geschreven Nederlands is het onderscheid wèl belangrijk en moet je nauwkeurig de spellingsregels toepassen.
UW
Je schrijft een ‘w’ als je ‘u’ combineert met een substantief.
Het substantief staat direct achter ‘uw’.
Je schrijft dus een ‘w’ als je ‘u’ possessief gebruikt.
Uw koffie staat klaar. | |
Wat is uw telefoonnummer? |
Deze websites hebben me telkens heel wat vooruit geholpen bij taken, lesvoorbereidingen, enz. Er staan altijd heel wat meer voorbeelden op de websites zelf. Bij twijfelgevallen is dit zeker een echte aanrader.
Weetje!
Misschien weet u nog niet wat het woord van het jaar is?
Flitsmarathon is het woord van het jaar.
Dit is een politie actie waarbij er de hele dag intensief geflitst wordt.
Dag allemaal!